2004, Nieuw Zeeland
Hallo allemaal, Na wat aanloopproblemen om het online te krijgen is het hier dan toch: het eerste verslag. Haere mai aan een ieder over de hele wereld: van Thailand tot Nederland tot aan de Antillen…
We hebben er bijna een week opzitten hier en vermaken ons opperbest. Elke dag zonneschijn en temperaturen boven de 25 graden. Maar laten we beginnen bij het begin.Schiphol. Omdat een of andere inleermuts meneer Boeve had ingecheckt als meneer Boeijen (ik dus) ging er van alles mis en deden we er ongeveer drie kwartier over voor we zover waren. Nu weten we waarom je zo’n drie uur vatevoren op Schiphol moet zijn. Ook kwamen we daar twee mensen uit Oss tegen die we kennen vanuit een ver verleden van het uitgaan en een nog verder verleden van school. Zij gingen met de kidz 7 maanden down under. Eerst naar NZ en dan Australia, geen slecht vooruitzicht.
Deze keer hadden we niks gepland in Hong Kong en we hebben daar dan ook alleen geslapen. Dat was aan boord van het vliegtuig vrij moeilijk door de vele wondertjes die links en rechts lagen te schreeuwen. Volgende keer een kindervrije vlucht als die bestaat.
We waren om een uur of acht dinsdagochtend in Auckland (nederlandse tijd maandagavond 8 uur). De auto opgehaald en toen naar onze eerste accommodatie. Een B&B in een buitenwijk van Auckland, zo’n 10 minuten uit de stad en middenin een inmense bloementuin. Pure indulgence zoals ze dat hier noemen.
Meteen de stad in naar Parnell, een oude wijk van Auckland. Daar wat rondgestruind en ’s middags in het park geluncht. Eerst nog even gekeken wanneer onze Sjeng moest spelen en dat was die avond. Toen ook besloten om Sjeng dus niet oan de geng te zien en dat was maar goed ook. We wilden nog gaan eten maar werden om half 10 uit ons middagdutje wakker. Sjeng verloor overigens ook nog eens.
De volgende dag na een heerlijk ontbijt weer de stad in. Bij het ontbijt kregen we vers gebakken muffins en brood. Yum Yum. ’s Middags met de ferry naar Waiheke. Een eiland 35 minuten varen vanuit de haven. Mooie stranden en lekker rielekst.Donderdag op weg naar Coromandel. Een schiereiland en we besloten de scenic route te nemen. Nou scenic was ie maar nog meer winding. Volgens mij was er geen 100 meter recht op die weg. We kwamen pas laat op de plaats van bestemming en hebben verder niks meer gedaan.
Vrijdag was ingeruimd voor Hot water beach en Cathedral Cove. Allebei een dik uur rijden van onze accommodatie en weer was de weg erg winding. Op hotwater beach hebben we geen kuil gegraven, we zijn tenslotte geen duitsers. Onze bedoeling was een kuil te kraken maar dat is ook niet gelukt.
De wandeling naar Cathedral Cove was erg mooi en op het heetst van de dag. Gelukkig was het maar 40 minuten of zo. CC zelf was ook mooi alleen vrij druk. Dat was wel jammer.
Vanuit Coromandel zijn we langs de kust naar Tauranga gereden. Sterker nog, we zijn voorbij Tauranga naar KiwiFruitCountry gereden. We hebben in de wereldberoemde Kiwi karts gereden en weten nu allen van en over kiwi’s (de vrucht wel te verstaan).
Vandaag, zondag, zijn we met de boot naar White Island gegaan. Een werkende vulkaan 50 kilometer buiten de kust. De boottocht duurde ruim anderhalf uur en op de heenreis waren we zo dapper dat we buiten op het voordek gingen zitten. In het begin ging dat goed maar op het einde waren we toch zeiknat. Een paar fikse golven hadden daar voor gezorgd.
Op White Island hebben we een wandeling gemaakt met Bob de Bouwer helm en gasmasker op. Dat laatste hoefde niet, het eerste wel. Het waarom ontgaat ons een beetje maar ja, het ziet er wel leuk uit al die gele helmpjes.We zijn nu in Rotorua en gaan morgen naar een Thermal Park en Zorben. Zover voor nu dus, tot een volgend verslag en haere ra!
Andy en Suzy
2004, Nieuw Zeeland
Zo, daar is alweer het tweede verslag. Vakantiezaagmans is ook alweer voorbij geweest maar het voelt nog niet zo. Allereerst alle lof voor de man die ervoor zorgt dat hetgeen wij hieronder zitten te schrijven ook daadwerkelijk te lezen is: onze kiwi webMASTER Richard!! Zonder hem, of met een goede/andere ISP, zou dit allemaal niet mogelijk zijn. Thanks mate.
De laatste keer dat we een bericht hebben gestuurd zaten we in Rottenrua. We hebben daar die volgende dag een Maori dorp bezocht. Dit lag tussen de kokende modderpoelen en spuitende geisers. Zij wonen daar in harmonie met de omgeving en gebruiken dus ook dat wat de aarde hen biedt. Warm water komt niet uit een boiler of zo, nee uit de grond. Baden doen ze dus ook in een ‘buitenbad’ wat gevoed wordt door een stroom kokend water. Erg indrukwekkend om te zien. Je moet trouwens wel tegen de zwavellucht kunnen als je daar woont maar ik denk dat dat wel went.
De middag was gereserveerd voor schapen en zorben. Eerst maar de schapen. Toen we daar aan kwamen was het nog niet druk, het was drie kwartier voor aanvang van de show. Lekker relaxen, vivaatje erbij, chillen, je kent dat wel. De japanse mevrouw in de shop had een aanwijzing kunnen zijn want toen we dus lekker zaten te chillen kwamen er plotseling uit het niets 4 of 5 bussen met Jappanners/Koreanen/Chinezen (ach het lijkt allemaal op elkaar en ik heb Suus maar stevig bij de hand gepakt om haar niet kwijt te raken).
Het ‘leuke’ van die mensen is dat ze helemaal niet zo luidruchtig zijn en in mijn ogen ook nog nooit een schaap van dichtbij hebben gezien. Behalve bij de slager dan. Het was een vreselijk commerciele show maar toch ook wel grappig met een zaal vol schreeuwende Aziaten (incl. Suus).
Daarna de Zorb. Omdat het weer niet echt goed was, pijpenstelenregen, was er alleen een wet zorb. Klinkt logisch nietwaar? Dat houdt in dat voordat je in die bal kruipt er een emmer water in gaat en je ook niet vastgegespt wordt. Ik, Andy, koos voor de zigzagtrack. Dan ga je dus in je bal zigzaggend de berghelling af. Awesome zoals ze dat hier noemen!! Suus heeft de foto en video gedaan en is daarom (yeah right) niet in de bal gegaan.
De volgende dag zouden we nar Gisborne gaan. Het had de godganse avond en nacht geregend maar het was weer opgeklaard. Ann, de mevrouw van het motel, raadde ons aan om de scenic drive langs het meer te maken. Was wel ietsje verder maar veel mooier.
We hebben haar vervloekt!! Het was een weg die eerst goed was maar na zo’n 50 kilometer veranderde in een dirtroad. Toen werd het weer ook slechter. Storm, regen, mist en de weg werd nog slechter. Slingerend om bergen met aan de ene kant de berg en aan de andere kant een afgrond. Gevallen rotsblokken versperden af en toe de weg. Niet awesome. We hebben zo’n 5 uur over onverharde paden gereden (60 kilometer dirtroad op z’n minst) voordat we weer in de bewoonde wereld waren. Iedereen die we vertelden dat we die route hadden gereden verklaarden Ann voor gek. Wij dus ook.
Door deze omweg hebben we van Gisborne niet veel gezien. Daarvoor waren we te laat daar. Groot voordeel was wel dat het motel een rugbychannel had. Het woord zegt het al: 24 uur per dag rugby. Konden we weer een beetje bijkomen.Na Gisborne stond Napier op het programma. Daar zijn we drie jaar geleden ook al geweest maar dat vonden we toen zo mooi dat we nu terug zijn gegaan. We hadden een B&B op de heuvel. Phillip en Rayma waren onze hosts. Het was alsof je daar te logeren was. Theetje, biscje, wijntje en dat alles gezellig samen met hen en de andere twee gasten. Een aanrader voor iedereen die hier naartoe gaat!!
Maar in Napier zijn we ook afgedaald naar het niveau echte tourist. Inclusief sticker hebben we namelijk een stadstour gedaan. Napier is in de jaren dertig van de vorige eeuw verwoest door een aardbeving en daarna herbouwd in Art Deco stijl. Onze gids, gelukkig zonder vlaggetje, kon daar heel leuk over vertellen en we weten nu ook alles over ziggarettes, sunbursts, zigzags etc.
Het was een drukke dag want ’s middags moesten we alweer naar de Jan van Gents/Jannen van Gent/Jan van Genten of in het engels: Gannets. In een bus door allerlei bushland op weg naar een kolonie van zo’n 20.000 van die beesten. Je kwam zo dichtbij dat je ze aan kon raken. Maar dat mocht dan weer niet. De chicks/kuikens waren nu zo’n 2 maanden en waren very cute om te zien.
Na Napier gingen we naar het Tongariro NP. Een NP midden in het Noordereiland wat rondom 3 vulkanen is ‘gemaakt’. Mt. Tongariro, Mt. Ruapehu en Mt. Ngauruhoe en deze laatste 2 zijn nog actief. Niet toen wij er waren gelukkig. De laatste uitbarsting was in 1997.Zaterdag hadden we ingeruimd voor de Tongariro Crossing wat betekent dat je over de berg gaat. Niet erlangs, nee echt er overheen. Om 8 uur werden we met een bus opgehaald omdat je op punt A vertrekt en bij punt B uitkomt. Je kunt ook teruglopen maar dat is wel erg veel gevraagd.
Het is een goede 17 kilometer en we hebben er 7 uur over gedaan. Dit zegt weinig over ons maar des te meer over de crossing (over de berg dus). We hebben over lavastenen geklauterd, langs afschrikwekkende ravijnen gelopen, door bossen gestruind en ik weet niet wat allemaal meer. Het was kortom erg erg erg zwaar. Maar wel leuk. Suus vind het niet zo zeer leuk als wel indrukwekkend.
Ik, Andy, heb me de hele route af lopen vragen hoe dat zou voelen met van die grote harige hobbitvoeten aan. Dit is namelijk het gebied waar ze Mount Doom en Mordor hebben gefilmd. Dus als je een beetje een idee wilt krijgen waar we hebben gelopen: ga naar de film!
Nu zijn we in Wanganui, een plaats aan de westkust. Hele mooie gebouwen met allemaal hanging baskets aan de gevels. Erg schattig allemaal. En een heerlijke plaats om bij te komen van de Crossing (over de berg dus).Zo, we gaan weer eens van het mooie weer genieten!!
Andy en Suzy
2004, Nieuw Zeeland
Zo, het derde en laatste verslag alweer. Dat betekent dat we van de bacon and eggs en fush and chups weer bijna terug gaan naar de boterham met hagelslag en de boerenkool met worst. Maar nog erger is het dat we terug gaan naar de winter. Het begint net een beetje normaal te worden
Het toetsenbord hier overigens niet. Het is maar goed dat ik het blind typen beheers (tuurlijk) anders kon het wel eens een probleem zijn. Wat het precies zijn weet ik niet maar het lijkt me Koreaans.
Eerst maar terug naar vorige week. Toen waren we in Wanganui. Zoals al aangegeven een kleine stad waar we lekker bij konden komen van de inspanningen in Tongariro. Dat hebben we dan ook ruimschoots gedaan. Nadat we de stad onveilig hadden gemaakt, zijn we teruggegaan naar onze B&B en hebben lekker geluierd op de veranda. Boekje erbij in het zonnetje, wie maakt je wat.
De volgende dag hadden we een rijdagje op het programma staan. We hadden zo’n 400 kilometer af te leggen en dat gaat hier allemaal niet zo snel als in Nederland. Omdat we een deel van de kortste route al hadden gereden (op weg naar) besloten we via een andere weg te gaan.
Deze leidde ons om Mt. Taranaki. Dit is een vulkaan die kwa vorm erg veel weg heeft van Mt. Fuji. Zo’n kegelvormige met sneeuw langs de flanken. Helaas was het erg bewolkt om de berg en hebben we slechts een glimp kunnen zien. Was toch wel jammer.
’s Avonds waren we in Cambridge, een stad waar niet zo gek veel te beleven viel. Daar hebben we maar een paar goede gesprekken met Trevor, de eigenaar van de B&B, gehad. Het was een erg aardige man die nog het meest weghad van K. Plop maar dan zonder rood mutsje.
Woensdag zouden we verdergaan naar de Bay of Islands. Het gebied boven Auckland dat bekend is om zijn mooie baaien en subtropische klimaat. Het was weer een heel eind rijden (5 uur) en de route was niet echt verhelderend. We gingen naar Russel, naar een cottage aan het strand.
Eenmaal aangekomen bleek deze cottage een huisje te zijn uit de roerige begindagen van Russel. Dat was de eerste hoofdstad van NZ, ergens in 1840 of zo. Het huisje was dus uit die tijd en dat was te zien. Wel erg schattig hoor. Het was, volgens de eigenaresse, het eerste bordeel uit de geschiedenis van NZ. En daar hebben wij in geslapen!!
Russel ligt tegen Waitangi aan. Daar is in 1840 de overeenkomst tussen de Engelse kroon en een groot aantal Maori chiefs getekend. De geboorteplaats van het land dus eigenlijk. We zijn op vrijdag in Waitangi geweest maar daarover later meer.
Eerst de donderdag. Die was gereserveerd voor het zwemmen met de dolfijnen. ’s Ochtends in alle vroegte, 10 uur, naar de boot en op naar de baai. Volgens de kapitein waren er dolfijnen gespot en we moesten allemaal goed uitkijken. Na ongeveer een half uur zonder een vin te zien naar het water te hebben gestaard toch maar eerst naar de Hole in the rock. De naam zegt het al, een gat in een rots. Wel mooi, rijst een heel eind boven het water uit en we zijn er ook nog doorheen gevaren.
Na de lunch, aan een azuurblauwe lagune waar we ook nog gesnorkeld hebben, weer op zoek naar de dolphins. Nu konden we ze wel vinden alleen wilden zij dat eigenlijk niet. Elke keer als ze gespot waren, doken ze weer onder om achter de boot weer te voorschijn te komen. Zo ging dat een paar keer en toen besloot kapitein Iglo dat er een paar mensen als lokaas moesten dienen.
Dat werkte een beetje en na verloop van tijd kon je redelijk dichtbij komen. Ik, Andy, ben toen ook het water in gegaan en heb, ondanks een perfecte imitatie van VDH, geen contact kunnen maken met flipper.
Blijkbaar zwommen er een aantal recht onder ons door maar dat hebben we niet gezien. We lagen nl. allemaal in een groot net naast de boot en werden dan richting dolfijnen gesleept (ik heb nu een idee hoe een haring zich voelt). Vervolgens allemaal, 18 in totaal, uit het net op naar de dolfijnen en dan maar hopen. Iedereen aan boord staat te schreeuwen en te gebaren maar a) je hoort niks omdat je tussen de golven ligt en b) je zwemt van de boot weg dus alle gebaren zijn meer voor de dolfijnen.
Vrijdag was voor het strand, dat wil zeggen in het plan. Nadat we donderdagavond gegeten hadden en ik met een lekkere sigaar en dito whisky zat te genieten van een prachtige sterrenhemel begon het zachtjes te regenen. Dat zachtjes regenen werd harder en harder en het werd zelfs zo erg dat we ’s nachts allerlei kommen naar de badkamer hebben lopen zeulen omdat het water daar naar binnen kwam. Vandaar de naam denk ik.
Het heeft werkelijk de hele dag geregend en in plaats van het strand werd het dus Waitangi. Een parkachtige opzet met daarin dus het belangrijkste gebouw voor NZ, de treatyhouse. Ook staat daar een 150 persoons waka, maori-kano, die elk jaar op NZ day te water wordt gelaten. NZ day is volgende week vrijdag 6 februari en helaas kunnen we dat dus niet zien. Lijkt ons een prachtig gezicht.
Nu zijn we in Auckland, bijna klaar voor de thuisreis. Morgenmiddag is het weer zover. Dan mogen we weer naar huis. We kunnen nauwelijks wachten maar dat begrijpen jullie denk ik wel. Vanaf deze kant allemaal hartelijk bedankt voor de leuke reacties en tot gauw!!
Andy en Suzy