2010, Argentina
Hola! Of moet er dan ook een omgekeerd uitroepteken voor? Of is dat alleen bij het vraagteken? Ik weet het ook niet.
Anyway, hallo op z’n Spaans dus. Je ziet het, we zijn helemaal ingeburgerd in Argentina. We spreken vloeiend Spaans met handen en voeten en ook aan de gebruiken en gewoonten geven we ons graag over. Maar daarover later meer…
Dit eerste verslag komt vanuit de meest zuidelijk gelegen stad ter wereld: Ushuaia, el fin del mundo. Je bent hier nog in Argentinië maar Buenos Aires is verder weg dan Antartica, 3600 tegenover 1000 kilometer. Nu dus eerst 3600 kilometer en een week terug naar Bs As.
We kwamen na een voorspoedige vlucht om 8 uur ’s ochtends aan. In alle vroegte dus en Jorge stond ons al op te wachten om ons naar de eerste accommodatie te brengen. Eenmaal daar aangekomen, moesten we direct aanschuiven bij het ontbijt. Overigens niet voordat Suus door Alejandro op typisch Argentijnse wijze was begroet. Dat wil zeggen, een hand met een flinke zoen erbij.
Het ontbijt waar we aan mee moesten doen (o o wat een straf) bestond uit allemaal lekkere en vooral zoete dingen waaronder alfajores (koekjes met dulce de leche), verse jam, zelfgemaakte yoghurt en dulce de leche. Dat is een soort van caramel wat je krijgt door gecondenseerde, zoete melk langzaam te verhitten. Erg zoet en erg lekker!!
Goed, na dat onbijtje snel de stadskleding aangeschoten en met de Subte op weg naar de Plaza de Mayo (mazzjo). Vanaf daar de stad een beetje verkend maar omdat we ons handige boekje met alle info over BsAs in de B&B hadden laten liggen, was het toch een beetje de pollo zonder kop. Geen nood, in dat geval is er altijd nog de hop on hop off bus, dus een uurtje of wat later zaten we hoog en droog in de bus. O ja, zouden we bijna vergeten te melden: het was toen een graad of 25.
Met de bus maak je dan een rondje langs de mooiste plekken in de stad en zo zijn we die middag in San Telmo, Recoleta, Puerto Madero en Boca geweest. Dat zijn allemaal wijken met hun eigen identiteit en uitstraling. Zo is Boca de wijk van Juan met de gorro en Recoleta is weer meer de sjieke wijk. San Telmo is de wijk van de tango en dat is precies wat we die avond zouden gaan doen. Althans, dat dachten we.
Dus zaten we fris gedoucht om 7 uur klaar om opgehaald te worden voor een tangoshow. 7 uur werd half 8 en nog steeds geen Jorge. Toch maar even gebeld, bleek dat er een foutje in de beschrijving stond. De tango was op dinsdag en vanavond was vrij! Toen dus maar de dansschoenen verruild voor gewone stappers en een restaurant opgezocht. Lekker gegeten en tijdens het diner begon het een beetje te miezeren. Miezeren werd motregenen, regenen, hozen en na een kleine 10 minuten leek het of de Rio Plata buiten haar oevers was getreden en door de straten van BsAs stroomde! Tjezus wat een regen, de bui in Denver was er niks bij. Hoewel het maar een klein stukkie naar onze B&B was, hebben we toch maar even gewacht.
De volgende dag hebben we, op basis van de indrukken vanuit de bus, verschillende delen van BsAs verkend. Allemaal te voet en zo loop je dus wat af op zo’n dag. Het diner van de avond ervoor was al goed maar de lunch die we die dag hadden was helemaal geweldig. Zoals ze dat in het Engels zo mooi kunnen zeggen: I think I have died and gone to steak heaven. Zo voelt het een beetje. Man o man, de steaks die je hier voorgeschoteld krijgt zijn zo lekker!! Dus die middag hebben we geluncht in de oude haven van BsAs, deed een beetje denken aan de kop van Zuid in Rotterdam. Steakie en een flesje heerlijke Argentijnse wijn erbij, heaven…
Die avond moest ik (Andy) er dan toch aan geloven: de tango. De dansschoenen dus weer aangetrokken en nu stond Jorge voor zevenen al op de stoep. We gingen naar een show waar je eerst zelf les kon krijgen, vervolgens kon eten en daarna dus een tango-, gaucho- en een indiaanmetpanfluitshow kreeg te zien. De les hadden we samen met een bus chileense fossielen, dit was dus mijn kans om king of the dancefloor te worden. Na uitleg van de basisstappen (zij, stap, stap, zij, sluit) kon het feest beginnen. Nou ziet het er op papier/scherm makkelijk uit, op een dansvloer is dat toch ff iets anders. M.a.w. een paar van de chileense fossielen waren zo bloedfanatiek dat zij de kings waren. Ik heb me er maar bij neergelegd.
De show was mooi om te zien, het was alleen erg jammer dat er nog 398 anderen in de zaal zaten, erg druk dus. Want die moesten allemaal eten en drinken voordat de show begon. De pasjes tijdens de show waren trouwens iets ingewikkelder dan wat hierboven staat.
De volgende dag hebben we de buurt rondom onze B&B verkend, de hippe buurt Palermo Soho. Heel veel leuke winkels en mucho dogwalkers. Een buurt waar veel yuppen wonen die overdag geen tijd hebben om de hond uit te laten en daarvoor dus een mannetje inhuren. Die loopt dan met een stuk of 10 a 12 honden door de straat. Erg grappig om te zien. We hadden overigens maar een halve dag om te struinen omdat we die dag verder naar het zuiden naar Puerto Madryn zouden vliegen. Eenmaal daar aangekomen bleek het programma wat we voor de volgende dagen hadden een beetje omgegooid. Het was zo’n slecht weer geweest de laatste tijd dat er verschillende wegen niet begaanbaar waren. Gelukkig was het weer opgeklaard toen wij er waren!
De eerste dag was vrij en hebben we besteed aan lekker langs het strand wandelen, in het zonnetje zitten en nog meer van die vervelende dingen. De dag erna was het tijd voor Peninsula Valdez. Daar hebben we zeeleeuwen, zeeolifanten, guanaco’s, pinguins en de rugvin van orca’s gezien. Helaas, of niet het is maar hoe je het bekijkt, hebben we niet gezien hoe de orca’s zich op het strand werpen om de jonge zeeleeuwen te grazen te nemen. Het was een lange dag rijden over ripio, de lokale naam voor een gravelweg. Hobbel de bobbel door mekaar geschud dus toen we thuis kwamen.
Onze laatste dag in die buurt was bestemd voor nog meer pinguins (deze keer heel erg veel, als ik een gok mag doen: 50.000 maar ik kan er naast zitten). Je loopt hier letterlijk tussen die beestjes waarvan de jonge nu aan het ruien zijn om hun waterdichte vachtje te krijgen. Die dag hebben we ook nog met een boot gezocht naar Commerson’s dolphins (Nederlandse naam niet bekend…) en gevonden. Dat zijn hele kleine dolfijnen, zwart wit en ze zijn erg speels. Zo waren er een aantal die vlak voor een boot bleven zwemmen, salto’s maken en meer van die dolfijnentrucs.
Gisteravond zijn we dus aangekomen in Ushuaia, in Vuurland. Vandaag hebben we eerst een trekking van een uurtje of 3 gemaakt. Erg mooi, langs de kustlijn en door het bos. Daarna zijn we per kano over een tweetal meren gevaren en de rust die je dan ervaart is overdonderend. De kou valt gelukkig erg mee, het kan hier vreselijk koud zijn maar het is een graad of 10.
Ons aanpassen aan de lokale gebruiken bestaat naast het Spaans spreken, uit het drinken van maté. Daar zie je iedereen hier mee lopen. Maté is een kruidenthee die wordt gedronken uit een soort van rietje en het maken en drinken is een ritueel wat iedereen weer anders invult. De smaak is kruidig en bitter en wij vinden het allebei wel lekker. Als je dan dus zegt dat je het lekker vind, krijg je het meteen aangeboden. Ze vinden het ook leuk dat toeristen het leuk vinden om mee te doen aan de gebruiken.
Zo, dat was het wel voor nu. Op naar de king crab, want naast de meest zuidelijke stad ter wereld is Ushuaia de king crab capital of the world. En laat dat gerecht nou net een van Suus d’r favorieten zijn…
Hasta luego en tot de volgende keer!
Andy en Suzy
2010, Argentina
Verslag 2, voor de gelegenheid Wijdbeens report genaamd maar daarover later meer. Eerst maar eens een aanvulling op het eerste verslag. Was ik vorige week door de knagende honger helemaal vergeten.Tijdens onze dag in Tierra del Fuego hadden we ’s ochtends een wandeling met een gids, Sergio genaamd. ’s Middags gingen we over een mooi spiegelmeer kanoën met de chauffeur van die ochtend, Gustavo, als stuurman. Sergio sprak redelijk goed Engels terwijl Gustavo bijna geen Engels sprak. Daar had Suus iets op gevonden: een Spaanse liedjes sing-and-row-along. We zijn dus ‘No tengo dinero’ en ‘Un dos tres, un pasito pa’delante Maria’ zingend het meer overgekanood. Gus vond het zo gezellig dat ie er op de terugweg in de bus maar mee doorging!In Ushuaia zijn we de volgende dag een mooie boottocht over het Beagle kanaal gaan maken. Gelukkig zat ook nu het weer mee, mooi helder en niet al te koud. Was een rielekste tocht waarbij we weer zeeleeuwen en veel vogels hebben gezien. Er was ook nog een ander Nederlands stel aan boord, moet zeggen dat we weinig landgenoten tegenkomen hier, waarbij de vrouw bij elke vogel die langsvloog het ornithologisch handboek greep om erachter te komen wat het nou precies was. Typisch van die dingen waar wij van kunnen genieten…’s Middags sloeg het weer om, kwam er meer wind en begon het te regenen. Gelukkig hoefden we nergens meer heen dus hebben we lekker vanuit het hotel naar de regen zitten kijken.De volgende dag alweer een vlucht, nu weer iets naar het noorden.El Calafate om precies te zijn. Da’s een heel leuk plaatsje en de toegangspoort tot het park Los Glaciares, de gletsjers. De eerste tourdag in het park was met een boot. Dan vaar je over Lago Argentino, een meer met een oppervlakte van een slordige 1500 km2. Met de boot vaar je op een gegeven moment tussen de ijsschotsen, of liever gezegd grote stukken ijs die van de voorzijde van de gletsjers zijn afgebroken. Dat zijn echt heel indrukwekkende ijsmuren van soms wel 80 meter hoog boven het water uit. We hebben alleen het geraas van het afbrekende ijs gehoord en jammer genoeg niet gezien. Met de boot hebben we 3 gletsjers bezocht, de Upsala, Spegazini en Perito Moreno. Die laatste zouden we nog beter leren kennen de dag erna.Die dag was namelijk ingeruimd voor de Big Ice, een trekking van 4 uur over de gletsjer. Om 7 uur zaten we dus alweer in de bus op weg naar het ijs. Na eerst nog wat van de gletsjer bekeken te hebben, stonden we om 1 uur klaar om het ijs op te gaan. Eerst nog even anderhalf uur uphill naast de gletsjer gelopen. Dat was al erg heftig. Het ijs op kan natuurlijk niet op onze slick tangoshoes, nee daar heeft ooit iemand crampons voor bedacht. Stalen spikes die onder je schoenen worden gebonden en die ook zo lekker licht zijn,als betonblokken. Een vereiste als je die dingen onder hebt, je moet met je voeten op schouderbreedte lopen omdat je anders het risico loopt dat je met zo’n spike in je broek blijft hangen en dus op je plaat gaat.Dus daar liepen we dan, meneer en mevrouw Wijdbeens met de spikes onder de schoenen over de gletsjer. Hoewel Suus het in het begin niet echt zag zitten, is ze toch meegegaan en vond ze het ook nog eens leuk.We hadden heel veel geluk met het weer. Het was zonnig met een mooie blauwe hemel. Nadeel daarvan was wel dat we allebei liepen te zweten als een otter. We hadden ons namelijk op het ergste voorbereid, dus gewapend met onze gebreide onderboks en thermoshirts liepen we daar te ploeteren. Ook was het verplicht om handschoenen te dragen, tegen het openschuren van je handen als je niet wijdbeens loopt en onderuit gaat.Onderweg kom je kleine stroompjes van smeltend ijs tegen, diepblauwe meren van datzelfde smeltwater en in de potholes hoor en zie je kolkende rivieren op een gigantische diepte onder je door het ijs razen. Als je in de potholes wil kijken word je door de gids aan je harnas vastgehouden zodat ze geen enkel risico lopen dat je erin lazert. Na afloop van de tocht kregen alle deelnemers ook nog een glas whisky met ijs, van de gletsjer dat dan weer wel. Nu we het toch over alcoholmisbruik hebben: in bijna 2 weken tijd heb ik (Andy) nog maar 2 biertjes op!! Denk niet dat we lid zijn geworden van de blauwe knoop, integendeel, de wijn is hier zo geweldig lekker dat we daar maar elke avond een flesje van aan laten rukken.Na zo’n dagje ijswandelen (nieuwe sport op de volgende OS waarbij je wel moet opletten dat je in de juiste baan blijft) ben je wel kapot. We hebben ons toen ook maar in het plaatsje voor een pizzeria af laten zetten en na een lekker koud biertje, het tweede dus, en een smakelijke pizza voelden we ons weer een beetje mens. Helemaal mens voelden we ons weer toen we een uurtje later fris en wel onder de douche vandaan kwamen.Vrijdag was een reisdag. Die dag gingen we namelijk vanuit El Calafate in het zuiden naar Salta in het noorden van Argentinië. Als je het over de kaart van Europa legt, gaan we zo ongeveer van het midden van Spanje naar Denemarken. Best wel een eindje dus. Daar kwam nog bij dat je dan via BsAs moet vliegen dus daar hadden we ook nog eens een uurtje of 3 stuk te slaan. Bammetje met bife de lomo eten, tennis en rugby kijken, lezen en zo komen we die tijd ook weer door. Rond 8 uur waren we in Salta la Linda, betekent zo veel als mooi Salta. Voor het eerst deze vakantie zouden we zelf gaan rijden. De man van de autoverhuur stond ons dus al op te wachten. Na alle formaliteiten afgerond te hebben het blik in en op weg naar de B&B voor de komende dagen. Omdat we redelijk ver naar het noorden zijn gereisd, was het al stikdonker toen we gingen rijden. Nu was het ons al opgevallen dat de bewegwijzering niet echt geweldig was, dat bleek later ook.Ondanks een uitgebreide routebeschrijving hebben we het voor mekaar gekregen om 3 keer verkeerd te rijden. Salta in het donker kwam op ons niet erg Linda over. Overigens wel heel aardige mensen die je aanwijzingen geven en tegen je roepen dat je aan de verkeerde kant een eenrichtingsstraat inrijdt. Bord C2 zoals we dat in Nederland kennen, is hier nog niet doorgedrongen. Goed uitkijken dus…Gelukkig hadden we wel het telefoonnummer van Alex en Rijkje, Nederlandse eigenaren van de B&B. Uiteindelijk waren we toch niet zo verkeerd als we dachten en kwamen we na een aantal aanwijzingen van hen rond 10 uur op de plaats van bestemming aan. Na het drinken van een lekker wijntje was het tijd voor de klamme lappen, morgen hoefden we geen wekker te zetten!Zaterdag zijn we Salta in gegaan en nu was het wel mooi. Het is hier heel duidelijk dat je in een ander deel van Argentinië bent, de bebouwing is anders en de mensen zijn verschillend ten opzichte van het zuiden. Was het tot nu toe nog redelijk Europees aandoend, hier heb je echt meer het gevoel in Zuid-Amerika te zijn. Wat gelukkig niet veranderd is de vriendelijkheid van de mensen en het lekkere eten.Terwijl we in de stad waren schijnt er nog een flinke naschok van de aardbeving in Chili te zijn geweest die hier voor nogal wat consternatie heeft gezorgd omdat de schappen in de supermercados heen en weer gingen. Wij hebben er helemaal niks van gemerkt, het enige was dat er op een moment heel veel huilende mensen op straat stonden. Dichtbij was een Mariabeeld dus wij hadden het gelinkt aan het beeld. Maar blijkbaar was er vlak daarvoor dus een aardbeving.Morgen gaan we met de auto naar de zoutvlakten. Daarover in het volgende verslag dus weer meer. Dit was todo voor nu, hasta la vista!
Andy en Suzy
2010, Argentina
Het derde en laatste verslag, het is op het moment van plaatsen, alweer bijna tijd om naar huis te gaan. Het schrijven gaat in etappes dus dan denken we er nog maar niet te veel aan.Schreef ik in het tweede verslag dat er die middag een aardbeving hier in de buurt was geweest waar we niks van hadden gemerkt, nou we kregen een herkansing. In de nacht van zondag op maandag lagen we lekker te pitten toen de muren opeens eventjes bewogen. “And, heb jij dat ook gevoeld?” Ja, And had het ook gevoeld. Heel kort, niet superheftig maar wel voelbaar.Bij het ontbijt bleek iedereen behalve de hosts er wakker van te zijn geworden. Hebben we het even op internet opgezocht of we geen collectieve droom hadden gehad, nee een echte aardbeving in de buurt van Salta met een kracht van 4,9. Die van zaterdag was trouwens 6,3 en daar hebben we dus niks van gevoeld. Geen verdere schade gelukkig voor de mensen hier.Zondag overdag waren we voor het eerst echt op pad geweest met onze auto. Vanuit Salta naar het Noorden om Salinas Grandes, de zoutvlaktes te bezoeken. De weg ernaartoe was erg mooi. Op de heenweg hadden we het eerste stuk de toeristische route genomen. Die was over een redelijk smalle weg, slingerend door de bergen met heel mooie uitzichten.Onze eerste echte stop was in Purmamarca, een typisch bergdorpje waar het een drukte van belang was. Een mooie markt met voor deze streek kenmerkende geweven kleden en wat je allemaal meer aan toeristen kwijt kunt. De mensen zijn helemaal niet opdringerig. Je kunt rustig kijken en mocht je iets nodig hebben, dan staan ze klaar. Koop je niks, ook goed, je wordt nog steeds vriendelijk behandeld.De rotsen boven het dorpje, hebben zeven verschillende kleuren en dat zier er spectaculair uit. Dat kleurenspel gaat het eerste stuk van de weg naar de zoutvlaktes nog wel even door. Ook hier weer een kronkel- en slingerweg waar je op een gegeven moment op 4200 meter hoogte zit. We hebben een deel van de route dan ook door de wolken gereden! Helaas is dan het zicht ook wat beperkter.Op de zoutvlaktes stond een heel dun laagje water, hierdoor werden het min of meer enorm grote, perfecte spiegelmeren. Je kan er ook heel mooie trucagefoto’s maken. Er zijn immers geen referentiepunten waardoor je iemand die verderop staat, bijvoorbeeld op je hand kunt laten balanceren. Omdat we met z’n tweeën zijn, moesten we daarvoor onschuldige toeristen gebruiken. Er was er een die heel rustig op een plekkie een peuk stond te roken en die hebben we misbruikt.Na de zoutmeren weer terug richting Salta, deze keer via een snelweg. Op de snelwegen staan om de zoveel tijd politieposten. Soms wel twee binnen honderd meter van elkaar, als je de provinciegrens passeert. Wij hebben niet een keer hoeven te stoppen maar er worden elke keer auto’s uitgepikt dus als ontsnapte gevangene heb je het hier niet makkelijk.De maandag was weer ingeruimd om Salta verder te verkennen. Eerst met een kabelbaan naar een punt hoog boven de stad vanwaar je een heel mooi zicht had. Het is een beetje Amerikaans van opzet als je er van bovenaf op kijkt. Kaarsrechte wegen die de stad doorkruisen en haaks daarop de kleinere (meestal) eenrichtingsstraatjes. Geen wonder dat we de eerste avond verdwaalden!Daarna nog wat artesania marktjes afgestruind en daar voor 15 peso een drietal handgemaakte cd’s aangeschaft. Tijdens onze eerste autorit hadden we gemerkt dat je niet overal goede radio-ontvangst hebt en eigen cd’s waren we vergeten. We vroegen naar musica Salteña om de autoritten wat op te leuken. De meneer van de cd-stand had er wat uitgezocht die hij met veel enthousiasme aan ons liet horen. Hij danste nog net niet de lambada maar dat is dan ook een ander land.We hadden dus swingende muziek op onze autorit naar Cachi. Dit was de eerste van drie etappes die we op onze zuidelijke rondje vanaf Salta zouden afleggen. Een groot deel ervan zou weer ripio zijn en we waren, gezien de nachtelijke regenbuien van de laatste dagen, op het ergste voorbereid. Alex had ons gewaarschuwd voor water op de weg; wat een eenvoudig plasje leek, kon in werkelijkheid een diepe geul zijn. Een gewaarschuwd mens telt voor 2 maar het viel gelukkig allemaal reuze mee. Af en toe een klein riviertje over de weg en bij twijfel liep Suus gewoon even door de plas heen om te kijken hoe diep het was.De rit zelf was heel erg mooi. Door de bergen met heel mooie vergezichten en we kwamen door het park Los Cardones. Dat zijn van die Lucky Luke cactussen. En dan staat er niet eentje, nee, zo ver als je kunt kijken staan er van die prikplanten. Sommige zijn wel 5 meter hoog. Het rare is ook dat je de hele dag door, over en tussen de bergen rijdt en die cactussen staan dan op een grote vlakte. Alsof de bergen daar even een vrije dag hebben genomen.Cachi zelf was niet bijzonder. Het onvermijdelijke dorpsplein, waarschijnlijk Plaza 9e Julio, de kerk en dat was het wel. Het restaurant waar we die avond aten echter, had de beste service die we tot op heden in Argentinië mee hebben gemaakt en daarnaast heerlijk eten. Suus vond het zielig maar ik heb daar llama (zjama) gegeten. Hoe vaak krijg je de kans?De volgende dag stond er nog meer en ergere ripio op het menu. We zouden namelijk 160 kilometer over dat soort wegen moeten rijden op onze route naar Cafayate, het hart van de wijnproductie van de provincie Salta.Op sommige momenten moesten we gewoon uitstappen om om de hoek te kijken of er geen tegenligger aankwam. Inderdaad, de ripio was erger maar het was verder goed te doen. Onderweg kwamen we onder andere door de Quebrada Las Flechas, kloof van de pijlen en dat was geweldig mooi. Je rijdt daar helemaal tussen rotsen door die allemaal eenzelfde kant opwijzen. Scherpe punten, schuin omhoog en als je erdoorheen rijdt voel je je echt Ieniemienie.Onze eindbestemming voor die dag was een wineresort aan de voet van een berg, een paar kilometer buiten Cafayate. Helaas was het geen werkende bodega waar we lekker konden proeven en zo. Maar geen nood, het was lekker weer en er was een zwembad. 1+1= ook hier gewoon dos dus de zwemkleding hebben we ook niet voor niets 3 weken door het land gezeuld. ’s Avonds weer heerlijk gegeten met een lokale wijn erbij, je waant je als God in Frankrijk.De volgende dag dan maar op zoek naar bodega’s waar we konden proeven. Voor elven stonden we al met onze neus boven de wijnglazen en natuurlijk niet uitspugen, da’s sund! Een paar wijnen geproefd, een paar gekocht en toen konden we weer op pad voor de allerlaatste etappe van het rondje zuiden, terug naar Salta.Die route voerde ons langs de Quebrada de las Conchas, iets met schelpen, waar we ons weer voor even in Amerika waanden. Rode rotsen en prachtige formaties met spannende namen als Los Castillos en vooral La garganta del diablo, de keel van de duivel. In El Anfiteatro, ook weer zo’n naam, zaten twee mannen muziek te maken. Een met een gitaar en een met een fluit, zelden zo’n goede akoestiek gehoord.Daarna weer terug naar San Lorenzo, voor een laatste nachtje Casa Hernandez. Het was als het weer terugkomen bij vrienden. We kunnen iedereen die deze regio van het land wil bezoeken een verblijf bij hen aanraden (Alex leest dit waarschijnlijk ook een keer).Zie bieden nl.: een persoonlijke service, een uitgebreid ontbijt, tot in de puntjes verzorgde kamers én uitgebreide zelfgemaakte routebeschrijvingen met alle details, zoals een insect op een rotondeEinde advertentie (grappie Alex) ´s Avonds voor de laatste keer naar een restaurant waar we al twee keer waren geweest. Ook daar weer een hartelijk welkom, dit keer door de obers. Nog helemaal niet gemeld maar da´s erg grappig hier: als je bij het eten allebei een colaatje of zo bestelt, krijg je een anderhalve literfles op je tafeltje geplant. En als ie niet op is, neem je ‘m gewoon mee.Vrijdag was het dan toch echt tijd om het noorden van het land te verruilen voor BsAs en omstreken. Na een voorspoedige vlucht stond Jorge ons alweer op te wachten om ons naar een Estancia, anderhalf uur buiten BsAs te brengen. Daar wordt zo ongeveer de laatste hand gelegd aan het verslag wat je nu leest. We zijn hier net aangekomen en je moet hier het gaucholeven kunnen ervaren. Vooralsnog rijdt er alleen nog maar eentje op een quad over het terrein. Maar met een koude Quilmes binnen handbereik, gaucho’s drinken blijkbaar geen wijn, is het aan het kleine zwembadje ook hier goed vol te houden. Het is onze eennalaatste avond in Argentinië en we gaan er nog even flink van genieten. Vandaag en morgen een deel van de dag dus op de estancia, dan nog terug naar Alejandro in BsAs en dan alweer naar huus. We moesten nog wel een restaurant voor de laatste avond uitkiezen waar we steakheaven op een waardige manier konden afsluiten. Dat kwam wel in orde, we hadden nl. een drietal opties.Het werd La Cabrera, een restaurant waar we op de Big Ice tour over hadden gehoord. We hadden geprobeerd ervoor te reserveren maar dat was niet gelukt. Daardoor kwamen we op de wachtlijst maar gelukkig, we kregen een tafeltje. Dat was maar goed ook want nu kon Andy een Kobe beef Rib eye bestellen, echt een waardige afsluiter van de vakantie in Argentina. Het vlees van de gemasseerde koe was muy muy bien. Nu is het dan echt tijd om naar huis te gaan. Iedereen muchas gracias voor de reacties en het volgen en hasta luego!!
Andy en Suzy