Vakanties Andy en Suzy

2017 Madagascar

‘Allo ‘allo!
Als een volleerd René en Edith worstelen we ons door de eerste dagen in Madagascar. De keuze is óf Malagassisch óf Frans en hoewel dat laatste en beetje roestig is, lijkt het toch de beste optie. Die eerste dagen werden voorafgegaan door een lange reis die ons van Nisseroi naar Düsseldorf via Parijs om ongeveer half elf in de avond (uurtje tijdsverschil) op de luchthaven van Antananarivo, ook wel Tana genoemd, bracht. Maar toen waren we er nog niet… Eerst moesten alle inzittenden van de Boeing 777-300 in een rijtje staan om het vooraf ingevulde formuliertje betreffende gezondheid te laten stempelen. Daarvoor waren drie loketten beschikbaar, waarvan twee bezet door vrouwen in witte schorten (ja ja, medisch….). Na het stempelen van het formuliertje werden we doorverwezen naar het volgende loket, dat voor het kopen van een visum. Eenzelfde lange rij, minus de mensen die thuis al een visum hadden gekocht. De zgn. slimmeriken. Na ook daar weer heul lang in de rij te hebben gestaan hadden we nog één horde: de douane. We zagen zo links en rechts wel wat mogelijkheden ter verbetering van de efficiëntie. Elk nadeel hep ze voordeel want het gruwelijk lang wachten zorgt er dan wel weer voor dat je koffers tureluurs zijn van het rondjes draaien en je ze meteen mee kunt nemen. Toen nog wat geld wisselen (weer een rij) en we waren in één klap multimiljonair. Suus kwam met een plastic tas vol bankbiljetten het wisselkantoortje uit. Even voelden we ons Bonnie and Clyde maar al snel dus de eerder genoemde Edith en René. Toen de auto in en op weg naar een langverwacht bedje. Om half één lagen we tussen de klamme lappen en konden we eindelijk onze oogjes dichtdoen… Triiiiiiiiiiiiiing!!!!! Vijf uur! Opstaan! Inderdaad, volgende ochtend in alle vroegte gingen we met een binnenlandse vlucht van Tana naar Tulear, een plaats aan de zuidwest kust van het eiland.
Dat was de eerste échte stop, die paar uurtjes slapen tellen we niet mee. En het was een heerlijke stop. Een kamer met uitzicht op het zwembad en ietsje verder de zee…Je kunt het slechter treffen de eerste dag van je vakantie. We hebben die eerste dag niet veel meer gedaan dan luieren aan het zwembad, stukje wandelen naar het strand (niet echt een relaxstrand), biertje en tonic drinken aan het zwembad en voor de rest de oogjes dicht en hopelijk niet te hard snurken. Ook was het fijn dat ze in deze accommodatie de mogelijkheid hadden tot wassen. Er was nl. één of andere onverlaat geweest die rode wijn over mijn, Andy, broek had gemikt in het vliegtuig. Een voordeel van light traveling is dat je je geen breuk sjouwt van de ene naar de andere overnachting, een nadeel is dat je geen keur aan broeken bij je hebt. Deze ene moest dus gewassen worden. Blijkbaar kennen ze in Madagascar ook Vanish Oxi action want een paar uur later kregen we de broek zo goed als nieuw terug. Pfjiew! De onverlaat, Andy, was gered! Die avond kwam onze chauffeur voor de komende tijd langs en stelde zich voor als Tina (man). Waarschijnlijk kwamen de kinderen vroeger aan de deur: “Mevrouw, mag Ronomasofanatina buiten komen spelen?” of zoiets en dan is dit inderdaad handiger. We begrijpen dat wel. Met hem de plannen voor de volgende dag doorgesproken. We zouden van Toliara aan de kust naar Isalo in het binnenland gaan en er was verder niks gepland. We konden dus verschillende dingen doen. We kozen ervoor om naar een private park, 25 kilometer noordwaarts en naar de botanische tuin te gaan. De laatste lag dan weer op weg naar Isalo.
Dinsdag stond Tina op de afgesproken tijd te trappelen om ons naar de eerste stop te brengen. Het was aanvankelijk rustig op de weg. Pas toen we in de buurt van Toliara kwamen werd het drukker en kreeg je van die echte Afrikaanse taferelen. Druk met mensen, georganiseerde chaos en in plaats van brommertjes hebben ze hier nog de pousse-pousse. Een meestal mager mannetje op iets wat in de verte lijkt op een fiets met een zitje erachter. En dat schiet dan van links naar rechts (en weer terug) door het verkeer. We waren blij dat Tina reed zullen we maar zeggen. Het park met baobabs en andere inheemse beplanting was mooi. We kregen van de gids goede uitleg. Hij had ook een spotter geregeld die het lokale wildlife op moest sporen. Eens in de zoveel tijd kwam die jongen ernaan rennen met een volgend dier op een plankje. Hedgehog on a stick, scorpion on a stick, de schildpad had ie dan weer in zijn handen. Wij denken dan, laat die beestjes lekker zitten waar ze zitten, roep ons en we kijken ernaar. Net effe anders dus en een leermomentje. De tweede stop van de dag waren de botanical gardens. Niet voordat we heerlijk hadden geluncht. Waar we hadden verwacht dat het eten een beetje Uganda style zou zijn, is het tot nu toe elke keer erg smakelijk. Zo ook deze lunch dus. Na het eten de tuin in, samen met onze gids Klinsmann. Zijn vader is voetbalfan en vond dit blijkbaar een mooie naam. Voor hetzelfde geld hadden we een rondleiding gehad van Völler of Matthaeus. Het kan altijd erger. Ook Klinsi wist weer erg veel te vertellen en we hebben een aantal mooie dingen gezien.
Rond drie uur was het tijd voor de rit naar Isalo. Volgens Tina was het een uurtje of drie à vier rijden. No problemo. Ware het niet dat we hier én op het zuidelijk halfrond zitten én het nu winter is. Vanaf half zes gaat het dus als schemeren en om zes uur is het stikdonker. Écht donker. Zo donker dat je denkt, tjee wat is het donker! Je ziet dan dus ook de mensen die hier constant langs de weg lopen niet meer. Want die zijn ook donker! Alweer drie hoeraatjes voor Tina. Die ons, ondanks de duisternis veilig heeft afgeleverd in de volgende accommodatie. Dinsdag was gereseveerd voor een wandeling in Isalo National Park. Het eerste park waar we lemuren zouden gaan zien. Vol verwachting dus richting het park. Op het kaartje leek het alsof we na een kilometer al de eerste lemuren zouden zien. Niet! Maar ja, het is geen Burger’s Zoo dus we hadden geduld. De ochtend ging voorbij en we hebben genoten van prachtige natuur. Mooie rotsformaties, canyons, weidse uitzichten, veelkleurige sprinkhanen en dat alles onder een verzengende zon. Petje af voor onze hoedjes! We hebben in dat stuk een ronde van ongeveer drie uur gemaakt en toen waren we weer bij de auto. Tijd voor de middagronde.
Die was in een ander deel van het park en daar gingen we met de auto heen. Hier zouden we ook lunchen en op de lunchplek kwamen vaak ringstaartmaki’s. We waren nog niet goed en wel op deze plek en we zagen de opwinding al in één hoek van het kleine terrein. Daar moesten ze zijn. En ja hoor, we werden niet teleurgesteld: een hele kudde/roedel/troep/familie* ringstaartmaki’s! Klik klik klik klik klik klik enz. Genoeg foto’s maken, je weet maar nooit of je ze later nog tegenkomt. Daarna was het tijd om (weer) heerlijk te luchen. Zebuspies met groentjes als hoofdgerecht, vers bereid op een houtskoolgrill. Btw..een Zebu is een koe met een bult op z,n rug.De zogeheten dromedariskoe. Tijdens de lunch kwam onze gids vragen of we ook nog een andere soort wilden zien. Wa denkte gij??? We lieten onze bordjes voor wat ze waren en liepen achter Toussaint (de gids) aan. Daar zat ie, een witte Sifaka. Lijkt op een maki maar dan net even anders. Vraag niet naar de verschillen want die weten we niet. Oké, eentje dan. De manier waarop ze zich voortbewegen als ze op de grond zijn. Dat is een soort van zijwaarts huppelen op de achterpoten en ziet er super grappig uit. Op een moment vertrokken de ringstaarten, die lopen op alle vier wanneer ze op de grond zijn en de Sifaka vond het een goed idee met hen mee te gaan. Als een speer, zijwaarts achter de rest aan. Voor ons het teken om terug aan tafel te gaan en verder te genieten van de lunch. Het was nú al een geslaagde dag. Na de lunch gingen we nog verder met de wandeling en die zou ons uiteindelijk bij twee poeltjes brengen, een zwarte en een blauwe. De route liep eerst een stukje omhoog en daarna naar de bedding van de rivier. Toen was het klimmen over rotsen, slingeren over smalle paadjes langs de rivier en het werd steeds avontuurlijker. Overal watervalletjes en als je niet uitkeek had je zo maar natte voeten. Het resultaat van deze noeste arbeid mocht er wezen, de poeltjes waren prachtig en als klap op de vuurpijl zat er ook nog een paartje bruine lemuren in de boom bij le piscine noire (het zwarte poeltje). Weer een andere soort dus en ook hier was het weer klikkerdeklik! Dit was overigens gewoon een mannetje en vrouwtje dus het woord paar is op zijn plek. Na deze enerverende dag vol met mooie indrukken en drie verschillende soorten lemuren gingen we terug naar ons heerlijke hotel. Bier- en mojitotijd! Een heel goed begin van onze vakantie in Madagascar.
De volgende dag werd een rijdag naar het Andringitra gebergte. Er is een Malagassisch spreekwoord wat zoveel betekent als in de middle of nowhere en daar zit deze plaatsnaam dus in. Je kunt je een voorstelling maken. Het eerste deel van de route leidde ons over de vlakte waarop het Isalo NP is gelegen. Bijna anderhalf uur lang wuivend, geel gras aan weerszijden van de auto voor zover het oog kon zien. Het meest spannend waren nog de gaten in de weg. Daarna daalden we af van het plateau en verschenen er mooie bergen in de verte. Maar met bergen weet je, je ziet ze van ver maar het duurt nog even voor je er bent. Toch was deze omgeving mooi om in te rijden. Kort na een stop voor een picknicklunch onder een boom aan de kant van de weg begonnen we aan het laatste deel, een onverharde weg met zo links en rechts een kuiltje. Tina kon nog maar maximaal vijf kilometer per uur rijden en zelfs dan werden we nog steeds een James Bond Martini. De accommodatie waar we heen gingen is gelegen aan de voet van een bergmassief met, als ik me niet vergis, de hoogste berg van Madagascar. Op de weg erheen kwamen we langs verschillende dorpjes en daar word je nog eens extra geconfronteerd met het harde leven van de meeste mensen hier. Waar wij na twee dagen in een shirt rond te hebben gelopen onze neus ophalen en snel een nieuw pakken, zijn de kinderen hier blij als ze iets om hun lijf hebben wat ooit leek op een t-shirt. Hard. Erg hard.

De dag erna gingen we met een gids een hike maken in de omgeving. Hij, Arson, was zoals alle Malagassi: erg timide. Gaandeweg de wandeling werd ie echter steeds opener en mede daardoor hebben we een onvergetelijke wandeling gemaakt. Door een stuk bos, bergen, dorpjes, een kliniek bezocht en overal wist hij wel weer iets over te vertellen. Mooi om te zien dat de mensen hier, weliswaar noodgedwongen, nog een zijn met de natuur. Onderweg ook nog genoten van het nodige wildlife zoals de onvermijdelijke maar altijd geweldige ringstaartmaki’s, een kikkertje ter grootte van de nagel van je wijsvinger (of je moet werkelijk heel grote of kleine handen hebben), kameleons en een battle sprinkhaan.
Zaterdag vertrokken we en er was die dag ook een weekmarkt in een dorpje ergens op driekwart van de hobbeldebobbelweg richting de iets meer bewoonde wereld. Dat betekende een bonte stoet van mensen vanuit de bergen onderweg naar die markt, sommigen misschien wel uren te voet. Maar dat mag de pret niet drukken want de weekmarkt is een feest voor velen. De mogelijkheid om spullen te kopen/verkopen, sjansen, drinken, dansen en weet ik wat nog meer. Wij waren er vroeg dus hebben niet alles meegekregen. Tina wilde wat rijst kopen op de markt en we zijn natuurlijk even mee gewandeld. Rijst wordt niet per kilo of zo verkocht maar per kopje. Iemand een idee hoeveel kopjes er in een baal van ongeveer 55 kilo gaan? Niet? Wij ook niet maar het zijn er heel veel! Grappig was dat de rijst in een baal zat, met het kopje uit die baal werd gehaald en in een andere baal, die van Tina, werd gemikt. Ook hier een slagje in efficiëntie te maken zeg maar. Na deze markt zijn we de weg verder afgedaald naar de RN7, de rode draad in deze eerste week. RN7 is de weg die gaat van Tana naar Tulear en is de best begaanbare in Madagascar (en wij gaan uiteraard de andere kant op). Op weg naar de volgende halte Ranamofana hebben we nog stops gemaakt in een klein park, d’Anja, waar we kameleons en ringstaarten hebben gezien. Daarna nog een stop voor lunch in Ambalavao waar we ook nog een papier’fabriekje’ en een zijde’fabriekje’ hebben bezocht. Voor we aan het einde van de middag op de plek van bestemming aankwamen hebben we nog een korte wandeling door de oude stad van Fianarantsoa gemaakt. Een volle maar tevens erg leuke dag! Morgen weer vroeg op voor een bezoek aan het Ranomafana NP. Maar meer daarover in het volgende verhaal. Voor nu bedankt en tot gauw!

Suzy en Andy

* Doorhalen wat niet van toepassing is

 

Hallo hallo,
inderdaad… weer in het Nederlands. De meesten van jullie zullen het al wel weten maar we zijn dus weer terug in Nederland. Afgelopen maandag thuis gekomen nadat we zaterdag hadden besloten i.v.m. gezondheid terug te keren. Niks ernstigs zoals het zich nu laat aanzien maar we hebben het zekere voor het onzekere genomen.

De avonturen in Madagascar zullen we dus helaas uit moeten stellen. Nadat we eerder al een reis naar Madagascar hebben gecancelled door de politieke onrust destijds, nu door gezondheidsperikelen gaan we (hopelijk) volgend jaar voor drie keer scheepsrecht!

Iedereen bedankt voor de aandacht, de lieve berichtjes die we afgelopen week hebben ontvangen en tot snel!

Andy en Suzy