2009, VS 1
Zo, het eerste verslag in etappes gemaakt. Dit eerste gedeelte komt vanuit San Francisco waar we 2 dagen hebben doorgebracht. Twee superdagen kunnen we wel zeggen met fantastisch weer, leuke dingen te doen en gewoon een leuke en relaxte stad.
We zijn op vrijdagavond in SF aangekomen met in totaal een uur of wat vertraging. Na de tussenstop in Cincinnati moesten we een uurtje langer wachten totdat we door konden vliegen. Voor de rest ging het allemaal heel voorspoedig.
Toen we hier aankwamen was het inmiddels 8 uur ’s avonds en het was behoorlijk fris. Dat bleek gelukkig niet de voorbode voor de dagen erna. We hebben echt geweldig goed weer gehad. SF staat bekend om de mist die dagelijks opduikt maar die hebben we niet gezien. De zon des te meer!
Zaterdag was ingeruimd om de stad rustig te verkennen. Dat begon met de kennismaking met Californian food (het moet natuurlijk healthy zijn!) op de Farmers Market. Allemaal organisch fruit en groente en het een nog lekkerder dan het ander. Aardbeien die echte zon hebben gezien, overheerlijke kersen en niet te vergeten de lekkerste zalm die we ooit hebben gehad. Daarna Fisherman’s Wharf over gestruind met een onvermijdelijke Amerikaanse kermis, oftewel een kitscherige verzameling van winkels/restaurants/etc in een ‘authentieke’ omgeving. Helemaal aan het einde van die kermis liggen de zeehonden die sinds de laatste grote aardbeving in 1989 een plekje hebben veroverd in de SF haven. Er liggen zo’n twee tot driehonderd van die grote jongens op vlonders lekker in het zonnetje. Daarna uiteraard nog een ritje met the cable car, SF to the max!
De zaterdagavond was gereserveerd voor een ballgame, Giants tegen de A’s. Voor de niet kenners, een baseballwedstrijd tussen SF en Oakland, 2 plaatsen die tegenover elkaar in de SF Bay liggen. Het was weer een hele belevenis, net zoals het basketball in NY, typisch Amerikaanse dingen die bij ons bijna ondenkbaar zijn. Alle supporters zitten door elkaar heen, geen enkel probleem. Met één uitzondering: je moet geen LA Dodgers fan zijn. Die was er wel één en die maakte zich pas tegen het einde van de wedstrijd bekend en werd toen achtereenvolgens bekogeld met doppinda’s, lege bekers, lege flesjes en als laatste volle bekers. Toen werd ie ook nog het vak doorgejaagd om uiteindelijk door de security eruit gegooid te worden. We hebben dit maar als het 010 vs. 020 verschijnsel gedoopt. De Giants hebben overigens met 5-2 gewonnen dus de meesten waren wel blij.
Zondagochtend was het weer vroeg dag omdat we naar Alcatraz zouden gaan. De allereerste boot van 9 uur om de ergste drukte voor te zijn. Het was een mooie tour waarbij je in het cellblock een audiotour kon doen. Dus wij gewapend met een koptelefoon op het hoofd en een soort memorecorder om de nek door de plaats waar o.a. Al Capone heeft vastgezeten. Het verhaal werd verteld door ex-gevangenen en bewakers. Ondanks alles wat gezegd wordt over Nederlandse gevangenissen weet ik zeker dat ze wel een hotel zijn vergeleken met the Rock. ’s Middags eerst zo’n open top bustour gedaan en daarbij lekker verbrand. Met een dergelijke rondrit zie je in korte tijd heel veel van de stad en we hebben een langere stop bij de Golden Gate gemaakt. Die is erg mooi en indrukwekkend van dichtbij. Een stuk eroverheen gelopen voor de onvermijdelijke Kodakmoments. Het ritje met de cabrio bus over de brug dat is ook een belevenis. Koud, winderig en koud. Vooral koud. Oké dan: fris maar wel erg fris. En dan moesten we ook nog terug!
Na wat shoppen (Suus:Hey, I bought some new shoes…because they made me happy), hebben we daarna een soort van PopOss (PopSF?) bezocht. We hebben blijkbaar een erg jeugdig uiterlijk want ook wij moesten ons ID laten zien om een felgroen bandje te bemachtigen waarmee we ons konden identificeren om een biertje te halen. Helaas kwamen we zo ongeveer aan het einde van het festival daar aan en hebben we slechts één biertje kunnen drinken.Gelukkig wel een Amerikaans biertje (die zijn iets groter). Was wel lekker, in een park, rielekst muziekje en een koel drankje.
Maandagochtend moesten we de auto ophalen. Dat waren meer mensen van plan en dat betekende dat we ruim een uur hebben moeten wachten voordat we de auto hadden. Toen de GPS installeren en op weg naar Pacific Grove,een plaatsje zo´n 150 kilometer van SF. Truuske zorgt hier overigens voor extra entertainment onderweg omdat we de text-to-speech Nederlands aan hebben staan en je dan dus aanwijzingen krijgt als Avé voor avenue en soet voor zuid. Ze heeft er af en toe nogal wat moeite mee zullen we maar zeggen.By the way: Truuske is de GPS, niet Suuske.
Via een scenic route langs de kustlijn zijn we daarheen gereden en dat was erg mooi. Over het algemeen een rustige 2-baans weg met de Pacific aan je rechterkant. PG is een erg mooi klein plaatsje waar de hertjes nog net niet over straat lopen maar wel door de tuinen en golfbanen (tjezus wat zijn er daar veel van) struinen. Eten hebben we in Monterey gedaan en daar heeft Suus de beste krab ooit op. Canada is van de eerste plaats gestoten!
Dinsdag hebben we eerst een hele mooie route op Monterey peninsula gereden, 17 mile drive, en daarna de rest van de scenic route langs de Pacific en deze was nog mooier dan de dag ervoor. Je wilde overal wel stoppen, prachtige vergezichten langs de kust, dichte bossen waar we een wandelingetje naar een waterval hebben gemaakt en als klap op de vuurpijl bijna aan het einde van de rit een kolonie zee-olifanten. We hebben ze niet geteld maar het waren er echt veel, minstens 100. Ze doen niet zo heel erg veel: beetje liggen, beetje nepvechten met elkaar, lawaai maken en vooral veel stinken.
De overnachting was in San Luis Obispo, een stadje net van de kust weg wat erg european aandeed. Een heel leuk centrum met leuke restaurants en dito winkels. Ook hier weer heerlijk gegeten dus daarover hoeven jullie je geen zorgen te maken. Dat was voor ons het afscheid van de kust. Dit laatste stuk is geschreven in Three Rivers, net buiten Sequoia. Hier gaan we dus naar de groooooote bomen.We hebben net het ontbijtje op en gaan ons nu klaarmaken voor de narrow winding road waar we net tijdens het ontbijt wat horror verhalen over hebben gehoord. Maar hé, het blijven Amerikanen…
Tot zover!
Groeten Andy en Suzy
2009, VS
We zijn een groot gedeelte van de dag in het park geweest en op een gegeven besloten we dat het genoeg was en we door zouden rijden naar Yosemite ( joo-sem-mi-tie, dus niet josumait). Eenmaal ingetoetst in de GPS was dat wel schrikken: nog ruim 3 uur te rijden en we zouden pas om half 7 aankomen! Daar hadden we niet echt rekening mee gehouden, maar ja it is what it is.
We hadden die dag Nederlandse Truuske ingeruild voor British Stephen en die wees ons keurig de weg. Totdat we ineens een heel groot bord YOSEMITE boven de weg zagen en eigenwijze globetrotters als we zijn, besloten we dat te volgen. Daar moesten we per slot van rekening heen. Stephen heeft echt zo ongeveer 11 afslagen geprobeerd om ons op andere gedachten te brengen (Turn right at exit 55 and then take a left South on bladibla) en heeft zich er toen maar bij neergelegd. End of story: we waren pas om kwart voor acht op de plaats van bestemming. OK… We hebben alle backroutes van California gezien waar echt geen hond komt, met zweet in de handen over smalle weggetjes gereden en het E tekentje van de tank kwam ook langzaam in zicht. We hadden echt bijna een Fred Flintstone-auto.
Gelukkig kwam alles toch nog goed en vonden we moe maar voldaan ons eigen Fawlty Towers van deze vakantie. We weten niet hoe het met jullie is maar wij kennen Amerikanen als altijd correct, bang om iemand te offenden en super beleefd. Nou beleefd waren ze wel maar het was een heerlijke chaos. Goose, een vubara, was de hotel-hond en die liep door de lobby. De vrouw die incheckte ,rende chaotisch door het restaurant en het hotel .We moesten wachten op een tafel, dus met een plaatselijk biertje hebben we zitten genieten van de humor surrounding us.
De volgende dag hebben we doorgebracht in Yosemite. Een mooi maar wel erg druk park. We hebben er een mooie rit met de auto gereden met verschillende stops onderweg en bijna aan het eind van de rit was er plots een file. Dat betekent hier eigenlijk maar één ding: beren. En inderdaad, drie zwarte beren aan de kant van de weg. Iedereen vergeet spontaan dat ie op een doorgaande weg zit en zet daar dus ook zijn auto neer. Wij hebben netjes de auto aan de kant gezet en staan genieten van de 2 volwassen en 1 jonge beer. Het zijn dan wel zwarte beren maar deze waren toch echt kaneelkleurig.
Na de beren over de hoogste bergpas in Sierra Nevada naar onze volgende overnachtingsplaats, Mammoth Lakes, gereden waar we 2 nachten zouden blijven. Onderweg nog even pootjebaden in een gletsjermeer. Nou ja, pootje baden? Even heel snel je voeten erin, doorbijten en dan toch maar weer eruit. KOUD, FREEZING!!!
De dag erna naar Devils Postpile geweest. Dat is het resultaat van geothermische activiteit een paar jaar (100.000 of zo) geleden. Lava is toen omhoog geperst door smalle gaten en dat is afgekoeld. Het ziet eruit als een verzameling rechte palen naast elkaar van heel erg hard steen. Als je het van boven ziet zijn de meeste van die ‘palen’ een soort van perfecte hectagon. Erg raar om te zien dat de natuur op die manier werkt.
Nadat we het in Mammoth redelijk koud hadden gehad, vooral ’s avonds, was het tijd voor de hitte! Death Valley stond op het programma. Daar is het doorgaans zo’n 40 graden en meer. Daar waren we al op voorbereid door anderen die we tegen zijn gekomen de afgelopen week. Of we wel helemaal goed bij ons hoofd waren, deze tijd van het jaar daar naar toe? Ja natuurlijk, we zijn er nu toch.
OK, het was er heet maar ook supermooi. En dan is het toch dat laatste wat overheerst. Het is ook ongelooflijk groot. Je rijdt er doorheen en er komt maar geen eind aan. Het is een heel bijzonder landschap met hoge zandduinen, bergen met allerlei kleuren en zoutvlakten. Het doet erg surrealistisch aan, alsof je door een maanlandschap rijdt. We hebben er ondanks de hitte toch ook nog een paar korte wandelingen gemaakt.
Die nacht sliepen we aan de rand van het park in een tipi. Na lang zoeken, zelfs Stephen werd op een gegeven moment stil, vonden we in the middle of nowhere onze tipi. Helaas hadden we er geen rekening mee gehouden dat het zó ver van de bewoonde wereld zou zijn dus we hadden nog niet gegeten. Voor een restaurant moesten we weer 15 mijl terug ,o.a. een paar mijl over een gravelweg, en daar hadden we geen zin meer in na een dag in blik. Geen nood, we hadden immers nog wel wat. Na een heerlijk voorgerecht bestaande uit crackers met kaas hadden we nog granola uit het baseball stadion en pretzels. Het uitzicht en de rust van die plek vergoedden echter alles. ’s Avonds een hele duidelijke en heldere sterrenhemel en coyote’s huilend in de verte (en geen roadrunner te zien), heerlijk… Die rust werd ruw verstoord de volgende dag. Om 6 uur begonnen er een paar mannen met een kettingzaag weetikveelwat te doen, naar het leek een paar meter van de tipi vandaan. Leipo’s. Oke, we kunnen het ons voorstellen, het is zo heet dat je het liefst zo vroeg mogelijk begint maar hé, wij slapen nog. Achteraf gezien konden wij er nog wel mee leven maar het vrouwtje van wie die accommodatie was, was er echt van overstuur. We vermoeden zelfs dat ze haar advocaat heeft gebeld om de dadelboerbuurman, want die was het, te sewen. We hebben haar gerust kunnen stellen dat wij Europeans niet zo moeilijk zijn.
Na al die rust en het ruwe ontwaken was het tijd terug te keren naar de bewoonde wereld. Bright lights city gonna set my soul, gonna set my soul on fire! Inderdaad Las Vegas dus. Wat moet je daar van zeggen? Gekkenhuis? Ja. Kermis? Ja. Druk? Zeker! Maar we hebben ons wel vermaakt. Alle gekkigheid die ze uithalen om mensen te trekken en binnen te houden en natuurlijk geld uit te laten geven. Je kijkt echt je ogen uit hier. Het ene moment sta je voor de Eiffeltoren, het volgende loop je over de Brooklynbridge naar een pyramide.
Niet alleen qua hotels/casino’s is het ‘apart’ maar zeker ook qua mensen. Echt van alles zie je er. Van die mensen die tegen beter weten in hopen dat zij de volgende zijn die de grote jackpot binnen harken, oude mensen die bijna niet meer kunnen lopen maar nog net genoeg energie hebben voor het bedienen van de knoppen van de fruitautomaat.
Over dat laatste gesproken, wij hebben ook een gokje gewaagd. Bij het boeken van de kamer kreeg je 25 dollaren in slotcredit. Dat hebben we er in een stief kwartiertje door weten te jagen. Zonder winst helaas dus het zit er niet in dat ik een aantal collega’s over laat komen om het met ons te vieren.
Na 2 dagen 24/7 gekkenhuis was het weer eens tijd om terug te keren naar de natuur. Want voor ons geldt: eens, maar nooit weer! Vanuit Vegas gingen we naar Zion Canyon, een park in de staat Utah. Daar hebben we vandaag een groot deel van de dag doorgebracht en het was fantastisch. Klopt, dat lees je vaker in de verslagen maar dat was het echt. Steile rode rotswanden, mooie wandelingen daar doorheen. Soms denk/hoop je dat er opeens een indiaan op een zwart/wit/bruin gevlekt paard voorbij komt. Weer helemaal back to nature.
Het laatste stuk is getikt op het balkon met uitzicht (nu niet meer want het is al donker) op diezelfde steile rotswanden. Krekels in de verte, af een toe een grote bug die de weg kwijt is en tegen je hoofd vliegt maar voor de rest heerlijk relaxend.
Dat was het weer voor deze keer. Vanuit een zwoel Springdale, Utah: de groeten!
Andy en Suzy
2009, VS
Nadat we het tweede verslag hadden gepost, hebben we nog even lekker genoten van die mooie avond in Utah. Zoals we de volgende dag ook weer zouden genieten van het heerlijke ontbijt wat voor ons werd bereid. Ook weer gezellige gesprekken bij het ontbijt met de andere gasten. Where are you from? is de openingsvraag en dan gaat het al gauw over de reis die je aan het maken bent. En dan dat je dat dus doet in 3 weken. Three weeks???!?!? Onvoorstelbaar voor de gemiddelde Amerikaan. Je krijgt helemaal jawdroppers als je vertelt dat je zo rond de 50 dagen vrij hebt. Maar ja, ook dat zijn we gewend van andere vakanties.
Toen was het tijd om af te reizen naar Arizona, weer een uurtje winnen. Dat stuivertje wisselen met de uren zou de komende dagen nog wel even aanhouden. Utah en Arizona liggen zo ongeveer op dezelfde breedtegraad maar die laatste doet weer niet aan zomertijd en heeft daardoor een andere tijd. Erg verwarrend.
Het doel in Arizona was de Grand Canyon. Het gedeelte aan de noordkant wel te verstaan, naar het druk bezochte zuiden was het een paar uur meer rijden. Die noordzijde is veel minder druk maar de uitzichten op de canyon zijn uiteraard van eenzelfde kaliber. Het is echt indrukwekkend om te zien hoe diep en megagroot alles is. Op sommige uitzichtpunten kun je helemaal naar beneden kijken en dan krijg je van die rubberknieën. Door Zion rijd je helemaal heen, tussen de hoge steile wanden door en dat maakt nét iets meer indruk dan er van bovenaf tegenaan te kijken terwijl de wanden in de Grand Canyon stukken hoger zijn dan Zion.
Die dag kregen we de eerste (en zoals we toen hoopten ook de laatste) regendruppels te zien. Het waren er gelukkig maar een paar. Toen we de rit vanuit het park naar het motel voor die avond maakten hadden we toevallig eens een keer bereik op de radio. Ook nog eens BBC Worldservice die het 4 uur nieuws aftrapten met de dood van Michael Jackson. Dan zit je toch even zo te kijken van, he, hoor ik dat goed? Eenmaal in het hotel was het nieuws all over the TV dus ja, we hadden het goed gehoord. De TV werd in de dagen erna helemaal overheerst door die gebeurtenis en ik meen dat we zelfs de broer van de buurman van de stucadoor van Neverland aan het woord hebben gehoord. Ze man on ze street strikes again!
Bryce Canyon was het volgende op onze route en dit park bereikten we in de stromende regen. Op het moment van vertrek vanuit Grand Canyon zag het er allemaal nog erg zonnig uit maar hoe dichter we bij Bryce kwamen, hoe donkerder en dreigender het eruit zag. Maar gelukkig voor ons, toen we de eerste stop maakten was het weer droog! We hebben gelukkig droog kunnen genieten van dit supermooie, bijzondere park.
Die eerste stop heette Inspiration point en daar keek je uit op een amfitheater met zover als je kon kijken rood/roze/wit gekleurde hoodoos, een soort van zandstenen pilaren. Dit is een van de mooiste natuurverschijnselen die we ooit gezien hebben. De rest van het park was ook schitterend, we konden er maar geen genoeg van krijgen. ’s Avonds na het eten zijn we dus nog een keer terug gegaan om er te genieten van de zonsondergang. Hoewel we net te laat waren om de oranje kleur van de ondergaande zon over Inspiration point te zien schijnen, was het erg mooi.
De autoritten tussen de verschillende locaties zijn ook vaak belevenissen. Alleen naar en van Las Vegas hebben we gebruik gemaakt van een Interstate, zo’n 6-baans brede racebaan. Voor de rest zijn het meer provinciale wegen waar je soms na elke bocht weer wil stoppen om te genieten van het uitzicht. Het is lekker rustig rijden, ook omdat de afstanden tussen twee bestemmingen niet echt groot zijn.
Na Bryce was het volgende National Park aan de beurt: Capitol Reef. Weer anders dan wat we tot dan hadden gezien. Wel weer die dieprode kleur van de kliffen en de aarde maar dit was meer een massief in plaats van de canyons die we tot dan hadden gezien. Als je na een paar dagen terug gaat denken wat we allemaal hebben gedaan gaat het wel eens door mekaar lopen. Wat was nou ook weer wat? Rode rotsen, hoodoos, rode canyon? Alle indrukken moeten nog echt een plaatsje krijgen.
Toch moest het volgende weer opgenomen gaan worden. Dat volgende was Monument Valley in Navajo land, vooral bekend van de John Wayne westerns en de Marlboro reclame. Ook weer die rode aarde met zo her en der stijl oprijzende rotsen. We hebben daar een back country tour gedaan met zo’n open busje, hoe toevallig, samen met een Nederlands stel. Dat waren zo ongeveer de eerste Nederlanders die we hier tegen zijn gekomen. Tijdens de tour kom je op plaatsen waar je met je eigen auto niet mag komen en je krijgt uitleg over de verschillende dingen die je tegenkomt.
Jammer alleen dat Hiawatha die ons rondleidde niet écht geïnspireerd was en het verhaaltje bij tijd en wijle afraffelde om er iets onvergetelijks van te maken. Desondanks was het een mooie en gezellige tour en ’s avonds onder de douche kon je goed zien dat we in een open auto door een stoffig land waren gereden.
Nog meer Indianen, sorry: native Americans, de volgende dag. Na eerst bij Four Corners te zijn geweest, het enige punt in de VS waar 4 staten aan elkaar grenzen, zoiets als ons drielandenpunt, reden we door naar Mesa Verde, het land van de Anazasi. Je kon restanten bekijken van hun rotswoningen. Wij dachten dat indianen in Tipi’s leefden, hmmm…typisch.Was wel mooi om te zien maar we hadden allebei even een indrukdip en besloten om de woningen niet van nóg dichterbij te gaan bekijken. We gedroegen ons als de gemiddelde Japanse toerist in Nederland, erlangs rijden, fotootje schieten en verder.
De dag erna gingen we voor twee dagen naar Durango, een heel leuk stadje in de Colorado Rockies. Een soort van westernstadje met mooie gevels, erg relaxed met lekker weer. Daarnaast is Durango de zelfbenoemde bierhoofdstad van de VS. Er zijn hier verschillende brouwerijen met elk hun specialiteiten. Dan zit je dus ’s middags bij de lunch al aan een grote pint lekker bier. We hebben die eerste dag dus heerlijk door dit plaatsje geslenterd en nu komt de grote verrassing: Andy heeft een tweede paar schoenen gekocht en verslaat Suus op dat gebied!! Voorlopig althans, de vakantie is nog niet voorbij.
Vanuit Durango gaat er dagelijks een stoomtrein naar Silverton, via een spoor wat op de meeste plaatsen parallel aan de Animas rivier door de bergen loopt. Daarvoor was die tweede dag gereserveerd. Je hebt dus hele mooie uitzichten en af en toe kijk je naast de trein naar beneden in een diep ravijn met de rivier helemaal op de bodem. Ook wordt er geraft op die rivier maar het is niet te vergelijken met Uganda. De tocht met de trein was erg mooi maar ook erg lang. Gemiddelde snelheid 13 mph, da’s niet heel erg veel.
We zijn nu bijna aan het einde van de vakantie, nog twee stops te gaan: Montrose en Denver. Daarover berichten we nog met een encore als er hele interessante dingen gebeuren. Of misschien ook niet, we willen ook nog wat te vertellen hebben als we thuis komen. Alhoewel, de verslagen blijken toch wat moeilijker te vinden dan we dachten, afgaande op wat meeltjes en een bericht in het gastenboek.
Anywho, morgen dus verder door Colorado over de Million Dollar Highway. De naam belooft heel veel en als je het zo leest op internet is het weer een narrow winding road. Die hebben we gelukkig nog niet gehad de afgelopen weken.
Zoals gezegd, misschien volgt er nog meer maar voor nu was het dit. Groeten vanuit Colorado en tot gauw.
Andy en Suzy