2007, Uganda
Hello Muzungu!!Daar is het dan eindelijk, met een beetje vertraging dat wel maar da’s niet erg denk ik. We zijn al blij dat we hier een redelijk betrouwbare internetverbinding hebben kunnen vinden. De laatste keer heb ik nl. anderhalf A4tje zitten tikken voor Jan met de korte achternaam. Nu maar hopen dat ik ‘m wel kan plaatsen.Tot zover de ergernissen van electronische aard, nu de verhalen over de vakantie. Het is een heel mooie vakantie tot nu toe, eentje waar van alles in zit: actie, natuur, mooie mensen en een afwisselend programma. Ik zal proberen een indruk te geven van wat we tot zo ver hebben meegemaakt maar ik kan zo links en rechts wel eens wat vergeten vrees ik… Dus ik zal maar snel beginnen.We hebben echt een leuke groep. We zijn met 11 personen in totaal, 4 Belgen en de rest Nederlanders. De reisleider en chauffeurs zijn ook erg leuk. Aangezien het onze eerste groepsreis is en we daar op voorhand wel een beetje tegenop zagen is dat een meevaller.De eerste kennismaking met Uganda was in het donker, we kwamen om half 9 ’s avonds aan. Op weg van het vliegveld naar de eerste overnachting konden we kennis maken met de wegen hier: heel veel kuilen. Later bleek die weg nog redelijk goed te zijn geweest want het werd later nog wel erger. Maar laat ik voorop stellen dat het een heel mooi land is: je ziet zo veel kleuren groen met erdoorheen de rode wegen en veel, heel veel mensen. Werkelijk overal waar je komt zie je mensen, zelfs als je denkt ‘hier zal je wel niemand meer tegenkomen’, dan nog.Op onze eerste ochtend gingen we naar de botanische tuin, konden we zien wat we de komende weken tegen zouden komen. Daarna vertrokken we met de ferry naar een eiland in Lake Victoria waar we een beetje de stress van ons jachtige bestaan konden kwijtraken. Nou dat is aardig gelukt. We hadden een huisje aan het strand met werkelijk de mooiste zonsondergang ever. Enig nadeel was dat tijdens de eerste nacht alle honden uit de buurt voor ons een welkom hadden voorbereid in de vorm van een blafwedstrijd. Iedereen behalve Suus was er wakker door geworden.De volgende dag zijn we een wandeling over het eiland gaan maken en hebben we de eerste apen en vele soorten vogels gezien. En ook de lokale kinderen… Moet je je voorstellen dat er een groepje bij elkaar staat waarvan er eentje op een gegeven moment de stoute schoenen aantrekt en begint te zwaaien en roept, Hello Muzungu, how are you? Dat betekent zoveel als, hallo blanke en de rest wordt bekend verondersteld. Dan durft de rest ook opeens en ben je omsingeld door allemaal van die kleine zwarte kindertjes. Als je dan een foto van ze maakt en die laat zien op het schermpje van je camera is het feest compleet.Hedwig en Wendel (2 van onze groep) hebben ballonnen en frisbees bij zich en als die uitgedeeld worden vergroot dat alleen maar de feestvreugde. Al met al konden onze eerste dagen niet veel beter zijn.Toen was het tijd om af te reizen naar de oorsprong van de Nijl waar ik ging raften. We hadden er al veel over gehoord en het was in een woord supergeweldigfantastisch! Na een korte briefing en het uitzoeken van een geschikte helm en zwemvest mochten we de bootjes in. De eerste kilometers mochten we nog oefenen in het overboordslaan, zwemmen, flippen (draaien van de boot) en nog meer van die ongein. Toen kwam het echte werk: de rapids. De eerste die we tegenkwamen was er een uit de derde categorie. Daar zouden degenen die niet mee gingen raften ons opwachten met foto en video. Vlak voordat we door de versnelling heen zouden gaan nog even een korte uitleg en daar gingen we. Toch wel spannend want we wisten niet wat ons te wachten stond. Eenmaal erdoorheen waren we zeiknat maar supervoldaan. Voor de kijkers zag het er ook spectaculair uit hoorden we later. Verder stroomafwaarts zijn we nog rapids uit de vierde en vijfde categorie tegengekomen en in totaal hebben we 2 flips in de rapids gemaakt. Dan ben je even je hele oriëntatie kwijt en word je meegesleurd door het water maar het is wel een spektakel. We zijn als enige boot van een 4 meter hoge waterval afgegaan en die was eigenlijk nog het leukste. De achterblijvers zijn het stadje gaan bezichtigen en naar de markt geweest op de boda boda. Dat is een populair vervoermiddel, achterop een brommertje. Het was voor hen dus ook een spannende ervaring!’s Avonds kon je vanuit ons hotel de vissersbootjes op de Nijl zien die hun netten hadden verlicht met lampjes. Zag je de duizenden sterren aan de hemel en op het water waren de andere sterretjes, het leek wel de Efteling.Toen hadden we een rijdagje voor de boeg waarbij we in de loop van de middag aan zouden komen in het eerste National Park, Murchison Falls. Aan het einde van de rit kwamen we nog bij een mega waterval die we met onze rafts niet hadden kunnen bedwingen. Naast het feit dat het stroomafwaarts stikte van de krokodillen en nijlpaarden was de stroming net te sterk.De eerste gamedrive was ’s ochtends om 7 uur. Uganda kobs, buffels, giraffen, olifanten, leeuwen, heel veel vogels en hippo’s hebben we toen gezien. Lekker ontbijt aan de oevers van de Nijl en het plaatje was compleet.Diezelfde middag ook nog een boottocht waarbij we weer hippo’s en kroks zagen. Toch gaat het niet vervelen… We sliepen daar in kleine huisjes waar de wrattenzwijnen overdag en (alweer) de hippo’s in de nacht omheen graasden. Gelukkig was het toilet buiten dus de kans dat je zo’n beestje tegenkwam bestond nog echt.Na het NP gingen we weer terug naar de bewoonde wereld. De drukke Afrikaanse wereld. Zoals gezegd, overal mensen die bezig zijn. Bezig met het vervoeren van giga hoeveel heden bananen op hun fiets, brandhout, water, matrassen etc etc. Elk plaatsje is een drukte van jewelste en dat is elke keer weer verrassend.Na de bewoonde wereld gingen we weer de jungle in, op zoek naar de chimps. We sliepen in een banda met de toepasselijke naam Chimpanzee banda middenin het oerwoud en da’s een belevenis op zich. De geluiden die je dan hoort zijn toch anders dan wat je thuis of zelfs hier gewend bent.Tijdens onze chimptocht hebben we een grote groep gezien die bovenin de boom lekker zat te eten. Het lawaai wat ze maken als er iets gebeurt wat hen niet aanstaat is oorverdovend. Het zijn, hoewel ze niet zo heel actief waren, superleuke beesten.Toen was voor mij de internetdag aangebroken. We hadden immers al gezien dat er internet in het dorpje was waar we sliepen. Paul (groepsgenoot) en ik dus in alle vroegte naar de stad om te gaan internetten. Voor het resultaat, zie het begin van het verslag… Major teleurstelling dus.Nu zijn we in het Queen Elizabeth NP waar wij apart van de rest slapen. Wij hebben het nl. opgewaardeerd en slapen nu in een hele luxe (zeker voor Ugandese begrippen) lodge. We zijn vandaag, woensdag, om kwart voor 6 opgestaan om voor dag en dauw een gamedrive te gaan maken. Deze keer was de score: buffels, een groep van 8 leeuwen, een hyena, waterbucks, bushbucks en natuurlijk weer de onvermijdelijke Uganda kobs.Aanstaande zaterdag is het voor ons G-day. Dan gaan we onze expeditie naar de gorilla’s maken. Dat moet het hoogtepunt van de vakantie worden. Maar zoals ik er nu tegenaan kijk is de vakantie al een aaneenschakeling van hoogtepunten en wordt ie alleen maar mooier. Nu moeten we ons langzamerhand gaan klaarmaken voor een wandeling vanmiddag dus ik ga er een eind aan breien. Tot een volgend verslag, hopelijk nog vanuit Uganda en anders zien we jullie wel weer!
Andy en Suzy
2007, Uganda
Inmiddels zijn we weer thuis maar het tweede verslag moet er uiteraard wel komen! De 3 weken Uganda zijn ons uitstekend bevallen, we kunnen gerust zeggen dat dit een van de mooiste vakanties is geweest. Het land, de mensen, de dingen die we allemaal gedaan hebben: het was stuk voor stuk genieten. Nu dus tijd voor een terugblik op de laatste anderhalve week…Het eerste verslag hebben we gemaakt in een luxe lodge met uitzicht over een uitgestrekt wildpark. Als we in de avondschemering op ons terras zaten kon je aan de overkant van het water de buffels en olifanten zien staan. ’s Nachts werd Suus zelfs wakker van een raar geluid, bleek dat er een nijlpaard op een meter van ons terras het gras stond te maaien. Maar goed, dat was ’s nachts pas. Na het tikken van het verslag bleek Suus last te hebben van Menniere en ben ik alleen de wandeling door de kloof gaan maken. Het was een kloof van 17 kilometer lengte, op het diepste punt 500 meter diep en het breedste punt was 500 meter breed. Het was helemaal dicht begroeid als een tropisch regenwoud en dat terwijl de omgeving eerder savannah-achtig was. Erg vreemd om te zien! We gingen daar op zoek naar de chimpansees. Na een tocht over glibberige en op-en-neer paadjes werden ze opeens gespot: boven in een boom een paar volwassenen en in een nest een baby. Hoewel ze best hoog zaten was het met een verrekijker toch goed te zien.Eenmaal terug in de lodge was Suus gelukkig weer wat opgeknapt en hebben we nog lekker op ons terrasje gezeten, met dus het eerder genoemde uitzicht. Dan voel je je echt rijk kan ik wel zeggen.De volgende dagen zouden rijdagen worden. We moesten nl. een behoorlijk eind overbruggen en de wegen zouden, zeker op het laatst, niet al te best zijn. We zijn de eerste dag goed doorgekomen en toen zijn we ook over de evenaar gegaan. Natuurlijk de nodige foto’s gemaakt maar dat was het wel zo ongeveer wat we gedaan hebben. De volgende dag begonnen we met een bezoek aan een museum. Dat was opgezet door een man die zich inzet voor het behoud van tradities en gebruiken van de stam die vroeger in het gebied leefden, de Bachiga. Hij heeft hiervoor een museum ingericht met gebruiksvoorwerpen en een huis en het geeft een goed beeld van hoe het vroeger ging. Ook is er een school gesticht die de oude waarden en normen hoog in het vaandel heeft staan maar daarover later meer. Na het museum de laatste 80 kilometer naar Kisoro. Over die 80 kilometer hebben we zo’n 4 uur gedaan en dat zegt alles over de staat van de weg: kuil na kuil en dan door bergachtig terrein met ook nog eens vrachtwagens die dezelfde route rijden. Complimenten voor onze chauffeur Zziwe die dus echt zijn best heeft moeten doen! Onderweg wel heel veel mooie uitzchten maar daar kun je op het eind bijna niet meer van genieten omdat je helemaal brak bent van de weg. Jammer.In Kisoro zouden we 3 nachten verblijven in het Travellers Rest Hotel, de plaats waar Dian Fossey regelmatig sliep als ze vanuit Rwanda of Congo even bij moest komen. Het was echt een heel leuke plek maar goed en wel daar begon het te REGENEN. En dan niet zo’n klein beetje nee, het echte werk. Je zag geen hand meer voor ogen. Nu hadden we dat al wel vaker gehad en dan duurde het een uurtje of zo maar nu ging het maar door.We zagen de bui dus al (letterlijk en figuurlijk) hangen want de volgende dag zouden we gaan tracken naar de gorrila’s. Die figuurlijke bui werd ’s avonds nog wat erger toen we de sterke verhalen bij het haardvuur aanhoorden. Er zat nl. nog een groep Nederlanders daar en zij hadden de dag ervoor een tracking gedaan. “Je zakt tot je knieën in de drek… Kun je skieën? Want zo voelt het, je zet een stap en dan glij je meteen een paar meter naar beneden…” En nog meer van die horrorverhalen. We waren dus op het allerergste voorbereid toen de volgende dag om 5 uur de wekker ging.Gelukkig was het inmiddels droog maar desondanks waren we er nog niet helemaal gerust op. De auto in en een tocht van een kleine anderhalf uur naar het hoofdkantoor van de tracking. Eerst een uitleg van de ranger en toen kregen we een porter (drager/handuitsteker/opvanger) toegewezen. Dat dat geen overbodige luxe was bleek wel tijdens de tocht. Suus had die dag een ander vriendje maar ik vond dat niet erg. Ik had mijn handen vol aan zelf op de been blijven. Maar de horror die ons was voorspeld bleek ook weer heel sterk overdreven. Oké het was glad en zwaar maar nou ook weer niet zo erg als ons was voorgehouden. Na een goede anderhalf uur afdalen kregen we opeens een teken dat we moesten wachten. Het zal toch niet al..? Jawel! Camera’s uit de tassen en onder leiding van een ranger verder lopen want daar zaten ze!De eerste die ik zag was een vrouwtje, lekker onderuit in het gras en kauwend op een stengel. Dan word je heel erg stil, wat een mooi maar vooral groot dier! We konden niet heel erg lang van het vrouwtje genieten want opeens kwam iets verderop de silverback uit de struiken wandelen. Was het vrouwtje al imposant, hij was dat natuurlijk nog meer. Maar ook hij trok zich niks aan van al die mzungus en ging ook door met zijn dagelijks werk: het verorberen van zoveel mogelijk blaadjes. Op die plek bleken er 4 te liggen en na een kleine 10 minuten kregen we het teken dat we een stukkie verder gingen naar de rest van de groep. Na weer een paar minuten gelopen te hebben lag daar een groep van een stuk of 9 gorilla’s in alle soorten en maten in een nest, eentje in een boom en ook nog ’s eentje op het pad. De afstand van ons tot de gorilla’s bedroeg nog geen 3 meter. Ook hier trokken zij zich niks aan van ons en langzamerhand konden we steeds meer ontwaren in de kluwen die in het nest lag: een baby en ook nog 2 ‘kleuters’. Ze zijn vertederend maar tegelijkertijd erg imposant. En ze lijken natuurlijk heel erg veel op ons. Na een uur krijg je een seintje dat je weer weg moet en later besef je pas hoe bevoorrecht je bent dat je deze gentle giants in het echt hebt mogen zien.De tocht bergopwaarts was zwaarder dan naar beneden, de afdaling was toch behoorlijk steil geweest. Maar na een uurtje of twee ploeteren kwamen we moe maar voldaan weer boven. Daar wachtte ons nog een verrassing. Zziwe was nl. in een boom geklommen en zat ons daar op te wachten. Hij was voor ons de 16e gorrila van die dag! Begeleid door weer ontelbare houwaajoeeee-tjes keerden we terug naar Travellers Rest, een hele ervaring rijker!De volgende dag ging het andere deel van onze groep op tracking en wij gingen naar een Pygmeeënstam. Maar zoals het een goed katholiek betaamt op zondag: eerst naar de kerk! Dat is ook iets anders dan wij hier gewend zijn. De mensen lopen in en uit en de kinderen die het koor vormden waren nu meer geïnteresseerd in die vreemde mzungus dan in wat meneer pastoor had te vertellen. Ze hebben echt de hele tijd omgekeerd in hun bankjes gezeten. Na een kleine 3 kwartier moesten we ons voorstellen (d.w.z. Paul werd vrijwillig aangewezen om dit te doen) en werden we met een lied bedankt voor onze aanwezigheid.Voor de Pygmeeën hadden we allemaal wat kleren meegenomen. We hebben eerst in hun dorp rond mogen kijken en daarna hebben zij voor ons gezongen. Toen was het moment gekomen om de kleren uit te delen. De chief van het dorp bepaalt dan wie wat krijgt. Zo kon het dus ook gebeuren dat een volwassen Pygmee tegenwoordig met een geel shirt van Suus rondloopt! Als je de dingen van die dag later allemaal op een rijtje zet besef je weer eens hoe goed dat wij het hebben.Toen moesten we weer terug over die kloteweg om aan het laatste deel van de vakantie te beginnen. Weer een paar uur hobbel-de-bobbel dus. Vervolgens in een kano gemaakt van een uitgeholde boomstam een half uur peddelen naar Bushara Island. Daar hadden we zo’n out of Africa tent middenin de bush en dat was helemaal super. Hoewel wij meer luxe paarden zijn hebben we hier volop genoten. Heel veel vogels op het eiland, stilte en een prachtig uitzicht. Soms zit luxe in heel andere dingen.Vanaf het eiland hebben we ook de eerder genoemde school bezocht. Dat was ook een hele aparte belevenis. Ik stel het me steeds maar voor dat hier in Nederland een toerist een school wil bezoeken, ik denk niet dat het doorgaat! Daar wel, 6 blanken die in een klas door 101 leerlingen worden toegezongen. We hebben zo 3 klassen gezien en in de hoogste groep was de jongste 11 jaar en de oudste 30 jaar, ook dat kan dus. Tijdens het speelkwartier werd speciaal voor ons door een groot aantal leerlingen een aantal traditionele Bachiga dansen opgevoerd. Dat was echt super! Nadat een aantal van ons ook nog had meegedaan was het de beurt aan ons om ons eigen cultuurgoed te showen: de vogeltjesdans. We hebben dus weer echt aan Hollandpromotion gedaan! Ook nog de door ons meegebrachte schriften en pennen aan het schoolhoofd overhandigd en toen nog een voetbalwedstrijdje gespeeld. We verloren met 1-0 maar dat was helemaal niet erg.De laatste 2 dagen waren ingeruimd voor de hoofdstad Kampala. In een woord: druk. Zoals je het voorstelt met een complete verkeerschaos, zo is het dus ook in het echt. We zijn daarom ’s middags maar lekker gaan zwemmen in een luxe resort aan de rand van de stad.De allerlaatste dag hebben we nog een tocht in een moerasgebied even buiten Kampala gemaakt omdat we één dier nog wilden zien: de shoebill. Dat is een dodo-achtige ooievaar waarvan er slechts 25 in Uganda leven. Hoe groot is dus de kans dat je ‘m ziet? Voor ons gelukkig heel groot want na slecht een klein uurtje varen zagen we er al een staan. Redelijk dichtbij ook nog eens dus we konden ons geluk niet op. Dat pikten we toch maar weer even mee op de laatste dag! Dat we er uiteindelijk zo’n 4 uur voor op een hobbelweg moesten zitten, namen we er op de koop toe! Toen zat het er dus echt op. We hebben een fantastische vakantie gehad. Mede dankzij de groepsgenoten Paul, Nicole, Marion, Hedwig, Wendel, Greet en last but not least Jean-Pierre en natuurlijk ook de begeleiding Joerie, Zziwe en Steven. Iedereen hartelijk bedankt!Zo, dat was het tweede en laatste verslag. Iedereen bedankt voor de aandacht en tot gauw!
Andy en Suzy